gedichten

 N.B.  Woord en beeld alleen met toestemming van de auteur te gebruiken: info@huisvantuinen.com

 

 

Het geheugengebed

 

Kom, laat ons ongebonden,

laat ons een vergeten lichaam zijn,

laat ons wiegen op de wind, zoals toen, als kind.

Laat ons gaan, op weg terug

waar dagen vullen

daden dromen

niet meer op zoek.

 

De weg te zijn

en niets dan dat.

 

 

Haiku's  

of over verbeeldende reflecties in de kunsten door observatie, inspiratie en (natuur-)ervaringen

 

 

vijf stappen van hier 

zo tel ik de bomenrij 

ik raak ze bijna

  

 

  •  

 

 

wachtend op  regen

stromende inspiratie 

de lucht onbewolkt

 

  

  •  

 

 

omdat de schilder 

tracht waarheid te schilderen 

blijft dit tweedehands

  

  

  •  

 

 

eeuwig bestaat niet

voor menselijk zijn is dat 

vloeken in de kerk

 

  

  •  

 

 

groen voelsprietend gras 

nevel, doek, ontwakend blauw 

zoete bloesem geurt

 

   

  •  

 

 

ganzen in de lucht 

schoonheid vlucht van vergezicht 

tijdgebonden plaats

  

 

  •  

  

 

slechts de zuivere vorm 

in zijn eenvoud berooft 

de dichtkunst van taal

 

 (n.a.v. Paul van Ostaijen en het formalisme in de poëzie, uit: van den Braembussche, Denken over kunst, p. 102 – 106)

 

 

 

 

Generatiekloof

 

"Piep, piep,"

riep de conceptuele dichter

en het publiek klapte hard

boven de weerslag 

van genante gevoelens uit.

"Het is een onomatopee,"

fluisterde de vader

in het oor

van zijn puberende zoon

die prompt de zaal verliet

onder de woorden:

"dit trek ik niet!"

 

 

 

*

 

waar de hele wereld

zich terugtrekt

in nevelen

van onverholen ledigheid

geven zij

schrokkend en boerend

hun instemming

met klinkende glazen

waarin de onschuld

zo waarachtig mooi

weerspiegeld

wordt

 

*

 

De fanaat

 

Hij wilde steeds wat anders

de wens om steeds veranderd

anders voor de dag te komen

deed hem sneller lopen dan het licht.

De ongebreidelde niet te stuiten veranderingsdrift vulde zijn dagen met nieuwe dingen kopen en

dan brengen naar de kringloopwinkel om daar zelf dan weer te scoren voor onuitputtelijke

verzamelingen schildpadden, wedgwoodservies, porseleinen deurkastknopjes, Engelstalige thrillers of alles wat kon starten als

verzameling van iets: rode dingen, plastic bloemen, retro-stuff of puzzels min één stukje.

"Het gaat om de verrassing," riep hij eenmaal met zijn vondst weer thuis om daar terstond de eettafel

te verplaatsen naar de slaapkamer of vice versa waarbij de kinderen spontaan patat op bed kregen.

 

Naar huis gaan kan niet meer.

Er is alleen de broze wens

dat alles wat gelukkig maakte

voor altijd bleef.

 

*

     

Broei



Daar waar de dag

de nacht kust

en wij nog lang te gaan

niet bang voor dat van morgen

hoeven hier niet vandaan.

Daar waar gezang verdicht

tot fluisterende woorden

en wij steeds weer hervinden

dat wat wij ooit eens hoorden.

Kijk ik goed in je ogen

kijk jij mij langer aan

de nacht voor eeuwig houdbaar

raak ik je even aan.

 

*

 

Rondjes lopend in een vierkant

verklein ik mijn gevoel

en kanaliseer de vloedgolf

in vieren en achten.

Ik controleer de elementen,

maar wind en sneeuw vegen

een lok uit mijn gezicht.

Ik zie een kind

dat zich verbaasd spiegelt

in de plassen van ontdooide sneeuw.

Rustig vervaagt de grens van hier naar daar

 

*

 

Clair de lune

 

Hoorde ik engelen zingen

en zag bleek witte vleugels

van jonge kinderen

in sepia.

Voerden drie tonen

mij weg van alles:

nog zie ik ons zitten

in aangenaam zonlicht

en hoe wij ons voelden,

verlangend keken

naar wat kwam.

Word ik steeds opnieuw ontroerd

en repeteer ik telkens weer

om maar niet te vergeten. 

 

 

* 

 

In de palm van mijn hand

ligt een steen

in de vorm van een rendiersnuit.

 

Maar even en de steen

is warmer

dan 37.4 C˚.

 

Dat voel ik precies

want ik ken het verschil.

 

Vreemd

dat zoiets

troost kan geven.

 

 

 

2010

 

 

Sporen

 

 

En langzaam verdwijnt

het klikken van hakken

van cowboylaarzen.

- Spekzolen lopen lekker, maar

dansen niet. -

En van etudes, preludes

naar sonates

drijven stervende klanken

op grote namen.

En

wil jij niet zo naar mij kijken?

 

Ik schuif dichter

naar warmte

draai, vertraag, uitrekkend

en voed mijn blik

met mannenlijf.

Mogen wij ook tijdelijk?

 

*

 

Gesprek over Roombeek

-Speciaal voor Hein Jan en Michiel-

 

De waarheid wordt verkondigd in de eersteklas coupé

het waarom wel

en waarom niet

een huis in deze wijk.

 

En dat er alles aan mankeert

van veel te dicht

en te divers

een huis op hooge pooten.

 

Dat hokken op een kavel samen

van hoeveel meter

zus en zo

en dan de keuken op de straat

niet mooi.

 

En hij kent alle regels van vergunning

ongeveer

pareert de beren

balanceert op besluiten

van gemeentelijk niveau.

 

Hij redeneert het naar zich toe

en kijkt angstvallig naar de kat

die maar niet tot beslissen komt.

 

Een statement voor de pioniers

die zelf in bomen klommen

om ver te kunnen zien.

 

*

 

Oktoberfest

 

Wit berkenbast

schittert tussen kreupelhout.

 

Rottend loof door koude bevangen.

 

Hier sijpelt dodenvocht

door grondaarde omhoog

en treden mijn voetstappen

het rijk tegemoet.

Verstikkende dauw maakt

spinrag en rijgt

oranje kralen

aaneen.

Het licht opent

slechts ruimte 

voor mijn gedachte aan jou.

 

En ik wil bij je zijn.

 

*

 

De lachende wijze

 

Het afscheid viel gekscherend

in een mogelijk abc-tje

met de a voor afscheid.

 

Gewoon een grapje.

Zoals een luchtig jurkje

op een bloedhete dag.

 

Zo waren er zij die niet geloofden.

En zij die werden ontroerd.

De ongelovigen lachten hard,

maar zij begrepen niets.

Wat voor de ontroerden bijzonder

grappig was.

Zoals daar was één bangerik.

Die snapte, noch lachte.

 

Ik zag nog net een strook van je zwierige rok.

Een twijfelend handgebaar.

Een voorbij tot ziens.

 

 

*

 

 

Gebouw

 

 

Waar etalagebenen

langs glazen ruiten spoeden

en ik in vermoeide hondenogen kijk.

Waar rusteloos de wind waait

rondom hoog opgetrokken wanden

met gebogen balkons.

Over een tijd totaal onbekend.

 

Nee,

dan mijn oudtante

en de torenspits van Kevelaer.

Die viel.

En vader, die siste:

“niet lachen, ’t is familie.”

Maar ik had gewoon geen idee.

 

 

*

 

 

Bij Angel

 

Ik wou dat ik tweetalig was

dan kon ik samen lezen.

 

Mijn dank

en ook de schrijffout

drank.

Of kwam het door de afdruk

ervan op het papier

- zat die er al? -

 

Vergeelde vouwrand.

Perspectief voor

de boodschap

binnenin;

iets om te bewaren.

 

 

*

 

 

Sneeuw

 

In het licht

van mijn

koplamp

geven sneeuwvlokken mij zicht

op de wereld.

En ik zie geen zwarte gaten,

maar heldere,

witte

bliksemschichten.

 

 

*

 

 

Graffiti

 

Bombastische

symbolen

in neonkleuren

met zwartomrande

levenstekens

van jeugdige ego’s.

 

Schuiven ’s ochtends

gedwee in de schoolbank

en volgen de les.

 

 

*

 

 

Netwerken

 

Mijn pas vertraagd

en ik adem ruimte in.

De strijd van kapers op de kust

en van ontkennende antwoorden.

 

Haarfijne tekens.

Die er niet echt zijn,

want dat zeg jij,

maar ik weet beter.

 

 

*

 

 

twee koningskinderen

 

“Kom blijf nu toch, ”

maar zij legde een hand op zijn mond.

“Het wordt gewoon anders.”

 

En zij vree gaten in de dag.

En hij leefde er heftig op los.

En naakt renden ze langs het strand.

Ieder langs het zijne.

 

Zo leefden ze hun leven.

En iedereen sprak schande,

maar ze wilden zelf

niets liever.

 

En toen ze na jaren thuiskwamen,

herkenden ze elkaar

in de kleine dingen

die ze toen vergeten waren.

 

En samen werden ze ouder.

Er was zoveel gebeurd,

maar niets veranderd.

 

En toen hij er niet meer was,

bleef zij glimlachen

en rende nog één keer

naakt langs het strand.

 

*

 

In de palm van mijn hand

ligt een steen

in de vorm van een rendiersnuit.

 

Maar even en de steen

is warmer

dan 37.4 C˚.

 

Dat voel ik precies

want ik ken het verschil.

 

Vreemd

dat zoiets

troost kan geven.

 

 

*

 

 

2008 - 2009

 

Suizend in cadans

doemt een geelblauwe vogel

door de vergrijzing van kleuren

 

Zelfs een tractor voert

hier overdag zijn lichten

binnen het stille geheim van woorden

 

In de weerspiegeling van

berken langs water

verkleurt de nevel

 

bomen in een loodgrijze dag

 

 

*

 

Bezoek van een koningin

 

Toen leek ver weg.

Waar nu hijskranen

en losse bouwstenen

langzaam plaats maken.

 

Zij was er toen

en nu dan weer

en ergens tussendoor

leken tijden onbelangrijk.

 

De school al uit

maar naar haar zwaaien

moest nog even.

 

Minuten stilte drukten zwaar.

 

Onbewust van toen

ver weg

speelden kinderen in de krater.

 

 

 

 

het lied der krekels

overstemt

de ruisende takken

aangedreven

door

wind van zee

neemt dan

de branding

zijn wending

in het

waddenrequiem 

 

*

 

 

en     geen enkel geluid

         geen enkel vlaagje wind

         leek dit moment

         te verstoren

 

         in spiegelbeeld

         was elke scène

         een stilleven

         in eeuwigheid

 

         één rimpeling

         was voldoende

         maar niets was

         te zien

 

 

 

 

 

 

 

 

2003 en ouder

 

brullend rolt de zee

als ik mijn ogen sluit

op de rand van land en water

zuigen onze voeten vast in het zand

waait dan de wind

ons stevig gevoel omver

een wankele kus

zonder woorden

één kus

is nu genoeg

 

*

 

 

Thuis

is jouw eiland

jij bent

de schipper

zet koers

naar

thuiskomst

van de

reiziger.

sept.‘02

 

 

 

*

 

 

Vederlicht vertrouwen 

op dat wat was,

wat is

en ooit zal komen.

 

 

*

 

 

Rondjes lopend in een vierkant

verklein ik mijn gevoel

en kanaliseer de vloedgolf

in vieren en achten.

Ik controleer de elementen,

maar wind en sneeuw vegen

een lok uit mijn gezicht.

Ik zie mijn kind

dat zich verbaasd spiegelt

in de plassen van ontdooide sneeuw.

Rustig vervaagt de grens van hier en daar.

 

 

 

*

 

 

ik tik als eerste aan

en voel mij nummer één met twee

maar kan niet delen in geluk

als zij van twee vertellen.

Sluit vrede met hun lot

laat stiltes vallen van triomf

en raak ze op hun zere plek.

Ik voel ze denken over mij

zij kijken van mij weg.

mrt. 2001

 

*

 

 

 

Als, even na enen, ik

in eenzaamheid

denk aan overdachte dromen

en merk dat

onvervuld niet tot frustratie leidt

maakt dat gelukkig.

De vrijheid

komt mijn tijd op tijd

en hoef ik niets

vooruit te denken.

 

 

*

 

 

 

Dat groeit

en nu al heel bekend

en jij

het wachten misschien moe

weet dat

in vol vertrouwen

komt

wat wordt gedragen

uit liefde.

 

 

*

 

 

 

Clair de lune

 

Hoorde ik engelen zingen

Ee zag bleek witte vleugels

van jonge kinderen

in sepia.

Voerden drie tonen

mij weg van alles:

nog zie ik ons zitten

in aangenaam zonlicht

en hoe wij ons voelden,

verlangend keken

naar wat kwam.

Word ik steeds opnieuw ontroerd

en repeteer ik telkens weer

om maar niet te vergeten. 

 

 

 

*

 

Hoe breekbaar is het kennen.

Wij koesteren ons geluk

nu heel ons wezen

aangeraakt is

door jouw komst.

 

 

 

De ontmoeting

 

Hoe breekbaar is het kennen

nu jij ons aangeraakt hebt.

Jij geeft jouw deel

en neemt je plaats.

Zo worden gedachten één in vrijheid.

 

*

 

 

Laat nu maar zien

wat steeds verborgen voelbaar

al heel snel

in ons midden

deel werd

van het geheel.

 

 

*

 

 

Verstild,

als in de breekbare herkenning

gedachten één worden

in vrijheid.

 

 

 *

 

 

Dag kereltje,

Ik vraag niets,

maar steek een kaarsje op

en hoop jou rustig

dag te zeggen..

kijk, nu wieg jij

op de wind.

 

 

*

 

 

Voor sil

 

Met diepe frons

volg jij haar beweging

en traag bewust

leer jij mij

het relatief begrip

van ernstig

leven.

Met een glimlach

dank ik de wijze jongen

van bergen en meren.

 

 

 

 

*

 

 

Herkenning

 

Ik spiegel mij aan jouw gezicht

en zie de basis van mijn kracht

mijn opgeruimd verlangen

Ik lach en streel jouw wang,

ontvang het kuiltje van jouw lach

en knijp mijn ogen toe.

Jouw knik beantwoordt mijn besef

dat jij er één van mij bent.

Wat ooit nog komt,

wat ooit zal gaan,

wat ooit voorbij zal zijn.

Ik denk aan het moment terug

van jouw blik op de mijne. 

 

 

*

 

 

 

Hoe kan een mens van toen

zo zwart op wit

aanwezig zijn

en toch zo heel ver weg?

 

- i.m. b.sikkema sep. 2002-  

 

 

 

*

 

 

thank you

 

als de eerste noten klinken

en ik niets voel dan volmaakt geluk

dan ween ik in gedachten

en zie in rood vanuit het donker

de adem dichter bij wat waar is:

ruimte in het slotaccoord.

jan 2003

-concert Sinead O'Connor- 

 

i.m. Jim van Tuinen 14 . 12. 1998

 

2001 en ouder

stéfanie van tuinen

 

 

 

 

stilleven 

gedichten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

stéfanie van tuinen

 

 

 

 

 

 

 

stilleven

gedichten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

©2000/2001  s.v.t.w. hengelo

 

 

voor jim

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Eeuwig zijn.

Kijk de maan

in deze slapeloze nacht

ver weg

van huis.

 

Zwart, blauw, grijs

Met goud.

Al het harde

wordt nu zacht

 

Blauw en hard

worden

zacht en goud.

 

Over stenen

verdoofd door de nacht,

 

loop jij naast mij.

De maan omhelst ons.

 

Noorwegen juli 1996

 

 

*

 

 

Monument

 

Zoals zo velen bouw ik

in wankel evenwicht

mijn toren.

Slechts om te zeggen:

ik was hier.

Verder klimmend,

mijn toren ontstegen,

omkijkend vind ik hem

uit duizenden terug.

Eens zal ook deze toren vallen;

het bouwen was de moeite waard.

 

 

*

 

 

Kerstmis

 

Met een klam kwartje

in mijn hand ging ik

na afloop van de Hoogmis

naar de engel.

Eerst een dof dreuntje

dan knikte de engel

en het was goed.

Pas later begreep ik

dat engelen ook knikken

voor een stuiver.

 

 

*

 

 

Evenwicht

Harmonie

Aarde gericht

Hemel reikend

Inwendige

Controverse

Geest en Lichaam

Lichaam en Geest

Vraag

Antwoord

 

 

*

 

 

Door het licht

zie ik de spiegeling.

Één seconde

worden steen en water één.

Ik was mijn handen in het water.

De betovering verbroken.

 

 

*

 

 

Daar waar het jou alleen is.

En ik, als schelp, koester jouw

vermogen te zijn wie je bent,

omarm je en nodig je uit

te komen tot waar ik ben…

 

 

*

 

 

2.00 uur,

 

en dan,

geen leven

slechts gestage paniek

gaat over in wanhoop

moeder,

 

maar, voor even.

 

 

*

 

 

ik knijp jou.

jij knijpt mij.

Gelaten ondergaan wij

wat ons overkomt.

Houden elkaar vast

om de leegte tussen ons

niet  te hoeven voelen.

Verzet bloedt dood.

Wij leven verder in de marge van de tijd.

 

 

*

 

 

Stil en leeg                                                

 

 

Er vond een executie plaats

En mij werd mijn ontnomen

Nu ben ik leeg

Slechts een gapend gat

Vult de leegte

En het is stil in mij

 

 

*

 

ben jij in de elementen

en wis jij onze tranen

met je eigen verdriet?

 

*

 

alleen wij samen, en onze prins, bezoeken wij.

afscheid van dat wat niet meer is op deze plek.

wind waait door ons haar, legt een hand op ons hoofd

als een troostend gebaar?

de tijd lacht ons uit, tikt andersom.

wij staan met lege handen, koesteren de herinnering

die nooit verdwijnt.

 

 

*

 

 

Rouwproces

 

 

Woede maakt zich van mij meester,

Goed fatsoen sneuvelt,

Vizieren op elkaar gericht,

Omdat wij hunkeren

Naar dat wat had moeten zijn;

Nagels knippen,

Haren kammen,

Met meneertje Vrolijk in bad.

 

In de stilte die volgt,

Sluipt het verdriet in ons hart.

Elkaar stevig vasthoudend,

Om de leegte op te vullen,

Slaan wij onze ogen neer.

Schaamte vult zich met tranen.

 

 

*

 

 

 

Als een klap in de nek

Treft het mij dan weer:

Jim is dood

Nooit meer naar toen.

Gespannen knikt mijn nek

Mijn hoofd richting toekomst

Morgen

Beter

Misschien.

 

Happend naar lucht

Vreet het gemis zich een

Weg in de leegte en

Warm ik mij aan de

Waterige zon.

 

 

*

 

 

Jouw ogen glijden weg

bij mijn aanwezigheid

ik observeer jouw verdriet

dat niet het mijne is

vermoeid hangen jouw

oogleden

als verdorde bloemen

in hun kassen

je bijt op je tanden

luistert naar mijn verhaal

reageert in gedachten verzonken

omdat verdriet jouw deelgenoot is

jij glijdt af naar diepe dalen

waarin ik, ontoereikend,

een reactie

teweeg zou willen brengen

zodat jouw en mijn wereld

weer even samengaan,

maar ik slik de wanhoop weg,

zeg niets.

 

 

*

 

 

Zilte zoute zeewind

waait winderig weg

langs roodroze wangen.

Zon prikt mijn konen,

gedachtestroom zakt in de luwte

naar nu niets

 

Waait wind welgemikt

heel even door mijn geest.

Mijn geest zo vol van jou, mijn zoon.

Geboren op de vleugels van de wind

raakt jouw wereld

gedachteloos de mijne.

Ik mis je zo..

 

Maar mocht op een voorbij moment ervaren

hoe het is om mijn

gemis om jou

even te laten varen

op de zilte zoute zeewind.

 

 

*

 

 

opgetreden

moegestreden

heel de dag weer lopen wenen

veel gebeden

en vermeden

dat verdriet bezit ging nemen

schrap gezet

en pijn geleden

 

 

*

 

 

Met mijn benen gekruist,

mijn lichaam zo leeg,

mijn hart zo bedroefd,

ben ik verdrietig.

Benen kruisen mijn vingers,

als in kinderspel.

Dit kan niet echt zijn.

 

Wij begraven jouw lichaam.

Laten je achter.

Lopen ons leven tegemoet.

Leven zonder jou.

 

Soms zien wij een glimp,

maar zijn slechts mens en niet bij machte,

verdoemd te smachten

naar een teken van leven.

 

Laat ons in onwetendheid denken

jouw teken te zien want

liefde raakt liefde.

 

Elk mens geroerd door jouw zijn

tekent de liefde.

 

 

*

 

Van binnen

 

Als in een droom

waarbij zij naakt en kwetsbaar

door een haag van mensen loopt

De keizer zonder kleren

wordt aangegaapt, zonder gêne.

Niet hoogmoed was de reden,

maar pure pech haar deel.

Het ongeluk komt binnen.

Het loopt u tegemoet

en is niet gek

want nu al meester

in het doen alsof

ontneemt zij u uw angst

een beetje.

 

Zo slaat zij zich een weg

door deze rozenhaag

van op-en-top onhandigheid.

Beschadigd was zij al.

Ze voelt nog iedere schram.

 

Haar werkelijkheid laat zich niet dromen.

 

 

*

 

 

Ik zie jou

en denk aan het begin.

Hoe jij en ik

samen, onbekommerd, schurkend, zoekend naar

elkanders liefde

in de papillen van onze tongen.

Angstig, moedig, ineengestrengeld,

hebben wij de smaak nog steeds te pakken

 

 

*

 

 

rolt er een druppel in mijn mond

waait wind om mij heen

brandt zon in op mijn huid

ril jij jouw rilling van genot

strijk ik jouw mijn liefde toe

proef mild zoute tranen

en ruik de zoete bloesem

 

 

*

 

 

Ontroerd, als door cocon,

Van hoop en vrees

Een siddering jouw leven deelt

Met mijn verwachting

Hoor dan mijn lied

En weet mijn liefde.

 

 

 

 

*

 

 

Met opgedroogde tranen

glijden ogen weg naar

steeds de eerste

stap en dankt daarbij

het luisterend oor

maar weet dat stil verdriet

het hardste snijdt

zij laat zich gaan

in  eigen tijd

poetst dan het strak gezicht

en glimlacht opgedroogde tranen.

 

 

*

 

 

Hoor ik dan jouw eigen lied

in vreemde taal

lijk jij ver weg

als was, toen, ooit

maar weet dat jouw aanwezigheid

niet gelijk de mijne is

versta ik toch jouw eigen lied

dat leert mijn aandacht te verdelen

tussen jouw gezang en dat van het tweede kind.

 

 

*

 

 

Schommelen

 

 

Hoog in de wolken

Zie ik verhalen

Ik zing het lied der dromen

 

Mijn benen gooien

Mijn lichaam in de lucht

Mijn hoofd drukt pijnloos

Van binnenuit naar buiten

 

In mijn lied der dromen

Verglijdt de tijd

Het laat de onschuld leven.

 

 

*

 

 

Ik slik de leegte weg

en ben ontroerd

door jouw verdriet

dat ik kan troosten

met mijn warmte.

Huil dan plots mijn

groot  verdriet

en druk jou dichter

tegen mijn lichaam

laat mij dan troosten

met jouw warmte en

slik de grote leegte weg.

 

 

*

 

 

Ik staar in gedachten

naar de schaduw van

het gebladerte en

focus

op de randen

die helder dan

weer vaag opgaan

in het wit geel

van het licht

verdwijnt de schaduw dan

en laat achter

de gedachte die

loodzwaar en beklemmend

in mij is.

Starend naar het wit geel

zoek ik de randen en

haal adem.

 

 

*

 

 

Voor noa

 

 

Lief klein mensje

Murmelt

Mini

Muizenslokjes

Piept

En

Rolt

Behaaglijk

Met je lijfje

In een

Krulletje

Papa mama

Kijken

En

Houden

Van je

Maximaal.

 

 

*

 

 

Krul jij jouw lijfje

In de kromming van mijn lijf

Ritmisch ademen wij de

Beste compositie

Ooit  geschreven

Feilloos voelen

En ruimte scheppen

Voor jouw zijn

Mijn lief

 

Maak een stilleven van dit moment

Door mij er in vast te bijten.

 

 

*

 

 

Meditatie

 

Mijn hoogste berg

Reikt tot aan de hemel

 

Voorbij de nevel

Stap ik in de

Nieuwe wereld

 

Links speelt mijn zoon

In blauw met witte streepjes

Huppelt hij

Op lila lichtblauwe

Wolkenpartijen

Rechts zijn in gedachten

Man & dochter

 

Goud omhult mijn

Eigen ik

Waar man, zoon, kind

Niet weg zijn

Maar vaag aanwezig

In de rug.

 

 

*

 

 

Afgeremd door veel ambitie

Hol ik passend

Op de plaats

Als een gekooide tijger dwingt

Het moeten doen tot actie

Krast krakend droog graniet

Met hout

Op levend wit papier

En drukt gevoel diep

In de vezels.